Het was een domein waar de Franse taal traditioneel standhield: het wijnetiket. Maar daar maken Fat Bastard en Wild Pig een eind aan.
Nog altijd hangt rond een wijn een sfeer van geheime kennis. Connaisseurs onder elkaar hebben een vocabulaire dat precies uitdrukt hoe de soepele afdronk van een Appellation Corbieres Controlee zich onderscheidt van de rondborstige, fruitige finesse van een Selection de la Portenelle de L'Aude. Ook om het traditionele wijnetiket te kunnen duiden, moet je een vinoloog zijn: welk chateau, welke streek, welke druif, welk jaar moet je hebben? Gewone consumenten haken af: die hebben de Supermarktwijngids nodig om wijn van azijn te onderscheiden.
Dat zal de verklaring zijn waarom in het Albert Heijn-wijnschap onze aandacht wordt gedtrokken door heel andere wijnen. Fat Bastard. Wild Pig. Zonder trosje druiven op het etiket, zonder chateau, en vooral: zonder klinkende Franse naam.
Fast Bastard is een uitdrukking, zegt Fat Bastard zelf, voor een lekkere, rijke, volle wijn. Ook Wild Pig heeft een verhaal: wijnboer Jacques heeft zijn product opgedragen aan lievelingszwijn Greta. Maar eigenlijk is de rare naam natuurlijk vooral een effectieve schreeuw om aandacht van de consument.
Zo wordt wijn alles wat het vroeger niet mocht zijn: jong, luid, hip, snel.
‘Slijter, mag ik van u een fles lekkere rode wijn?' ‘
Natuurlijk meneer, wilt u een old school cabernet sauvignon of mag ik u zo'n hardcore Fat Bastard aanraden? Beetje nasty nasmaak, maar een masterlijk cool bouquet!'